'De Drye Witte Leeuwkens' (1614)
Markt 23
Dit pand en het rechter buurpand waren beide in het bezit van Albrecht Ketheleer. In het midden van de 16de eeuw is het verhuurd aan een 'ketheler', een 'stoeldraaier' en een 'hopkoper'. Deze laatste werd aangeslagen voor drie schouwen. De kelder was afzonderlijk verhuurd aan Anton de 'snijder'. Hij betaalde voor één schouw. Deze is nog aanwijsbaar in de huidige kelder. De beide keldermuren stammen waarschijnlijk uit dezelfde tijd (15de eeuw?). Het gewelf hoort hier mogelijk bij. De linkermuur is op een oudere (14de-eeuwse?) fundering gezet. Mogelijk stond de kelder in verbinding met die van nummer 25, aangezien er in 1569 sprake is van dezelfde bezitter en huurder. De kelder onder de stoep vóór het huis wordt niet in de cijnsboeken vermeld. Er wordt alleen betaald voor een perceel van 13½ voet (= 3,88 m), hetgeen even breed is als het huidige pand zonder de beide zijmuren. Aan de achterzijde is het veel breder en grenst het perceel direct aan Kerkstraat 4. Gezien de kleinere kelder was er oorspronkelijk een kleine binnenplaats achter het ondiepe pand.
| 401 |
Literatuur
CB 1520 f 39v; CB 1573 43; HT 1553; M 222; Z 1552/'53.
A. van Drunen, 's-Hertogenbosch van straet tot stroom (Zwolle - Zeist 2006) 401